7 december 1942

De dag dat ik naar Duitsland moest vertrekken
In mijn eerste brief uit Hamburg aan ons Jetje schreef ik: "Toen ik in Antwerpen in de statie stond, voelde ik me zo alleen". Met mijn valiezen op het perron wachtend op de trein die me naar Duitsland zou brengen. Ik was op twee maanden na twintig jaar oud, pas getrouwd en mijn vrouwtje was bezig er voor te zorgen dat ik nog vader zou worden ook. Veel te jong, wilt ge zeggen en dat klopt als een bus, maar in die tijd bestond er nog geen pil, en andere voorbehoedsmiddelen werden door apothekers geweigerd aan jonge mensen. Seksuele voorlichting was praktisch onbestaande. Het was nog de schijnheilige tijd van de onbevlekte bruidjes en brave jongens die voor de eerste keer gemeenschap met een meisje hadden in het huwelijksbed. We waren zoals de meeste mensen van vlees en bloed, we hadden elkaar gevonden en van de eerste dag klikte het tussen ons. We voelden dat we elkaar nodig hadden, we zochten de liefde en genegenheid die we thuis slechts in kleine maten vonden, we voelden dat we voor elkaar geschapen waren, zoals dat zo mooi gezegd wordt. En zo kwam het dat we op een keer samen kwamen, we werden één, en het onvermijdelijke gebeurde. Ons huwelijk werd verhaast, we waren nog jong maar we zouden er ons wel doorslaan.
De start was slecht, het kon in de toekomst dus enkel beter worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten