Alarm

Naoorlogse tentoonstelling in een bunker in Hamburg

Het Rethelager lag in Wilhelmsburg op een aangespoten vlakte tussen de Alte Suder Elbe en een spoorwegemplacement. Het was een hele rij barakken van verschillende lagers langs een macadambaan. Er was een kamp voor krijgsgevangenen (Russen) ??n voor auslander en naast het onze was zo een berucht erziehunglager (verbeteringslager). Aan de andere kant van de baan was het spoorwegemplacement van zeker tien sporen naast elkaar, dan stonden er aan de kant van een dok meerdere graansilo's. Daar moesten alle lagerbewoners naar toe als er alarm gegeven was, in het lager waren er hier en daar schuilgrachten gegraven, dan werd ge beschermd door een betonplaat met wat zand erop.
De gevangenen van het wederopvoedingslager liepen naar een silo recht voor hun uitgang. Wij moesten een eind verder naar de kelder, we liepen dan voorbij hun lager over de rails naar de verder gelegen graanopslagplaats. Eens sprong ik in mijn gummilaarzen en stormde naar buiten, de Flak donderde er al op los dat horen en zien verging. Nu wou het lukken dat de gevangenen van naast ons, reeds in colonne naar buiten stroomden, zonder na te denken spurtte ik gewoon door de rij. De kozak die de gevangenen bewaakte, zag me komen en wou me met zijn zweep te pakken nemen, maar ik was tamelijk vlug die tijd en vooral als er alarm was en ik hoorde het achter mij suizen. Even later stond ik in de kelder uit te blazen.Een andere keer, we zaten op een regenachtige dag in de kamer, toen er alarm gegeven werd. Ik stapte in mijn botten en liep buiten. In de eerste barak vlak bij de ingang van het lager, sliepen Fransen, terwijl ik daar voorbij holde, kwam er een jongen uit de deur en begon, vlak achter mij lopende, mee het spoorwegemplacement over te steken recht naar de voor ons bestemde graansilo. Ik lette niet op de talrijke plassen tussen en naast de rails, met mijn gummilaarzen aan sprong ik erover en als hij te groot was liep ik er gewoon door. In de kelder aangekomen keek ik eens om, en zag mijn achtervolger staan, van onder tot boven vol gespat en met een kwaad gezicht stond hij tegen een paar vrienden uitleg te geven en naar mij te wijzen. Ik denk dat hij me beter op een afstand gevolgd had.
We zochten dus bij gevaar de silo's op omdat we de gegraven schuilplaatsen niet veilig vonden, maar op een nacht waren we iets te laat om nog dat eind te lopen en doken in de dichtst bijgelegen gracht. Het regende bommen in de buurt, dat het een lieve lust was, we zaten onder de betonplaat te daveren en te schudden, het leek haast een aardbeving. Nadat het "alles veilig" signaal gegeven was, kwam men ons vertellen, dat de silo waar wij gewoonlijk naartoe liepen, door verschillende bommen geraakt was. Men telde er doden en gewonden, we bleven natuurlijk een hele tijd daar uit de buurt.
Na een paar weken, de kelder was opgeruimd en hersteld, bij ons was de schrik er wat uit, gingen we er terug schuilen en op een nacht was er naast een gegraven bunker een bom gevallen en al de inzittenden waren onder het zand bedolven en gestikt voor er hulp kwam. Zo zie je maar dat ge om een luchtaanval te overleven, meer geluk dan verstand moet hebben.

Ik was te laat uit mijn bed gekomen met een luchtalarm, ik dacht ze vliegen wel voorbij, zoals wel meer gebeurde. Maar nee, het was voor Wilhelmsburg, ik wou naar een schuilgracht lopen maar hoorde reeds een vliegtuig dat een duikvlucht begon en verschool me achter een muurtje naast de keuken. Ik zag in de verte een vlieger die laag over de lagers vloog en uit als zijn geschut de barakken bekogelde. Ik stak met kop en schouder boven dat muurtje uit en zag de stukken uit de daken vliegen, dat geweld kwam hoe langer hoe dichter, wezenloos stond ik te kijken.
Ik moest me maar laten vallen en ik lag veilig, maar ik kreeg mijn benen niet geplooid, ik was gewoon verlamd van schrik. Een eindje voor de kogels mij zouden bereiken, kwam er een einde aan de beschieting en steeg de machine terug de hoogte in. Die korte tijd dat ik daar verstard stond, had ik de voornaamste personen van de familie in revue zien passeren.
Toen ik later in de kamer kwam, keken de jongen me aan of ik een verschijning was, ik kon de eerste paar minuten hun vragen niet beantwoorden. Ik heb zo een idee dat ik toen dicht bij mijn einde geweest ben, maar hoe zegt men dat .......O ja... "onkruid vergaat niet".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten