5 Mei.

Met mijn twee rieten koffers, die reeds verschillende dagen klaar stonden, ging ik tamelijk vroeg op stap. Met pijn in mijn hart, had ik mijn boekerij (125 boeken) moeten achterlaten, ik had aan die valiezen genoeg te sjouwen. Gelukkig werden we naar een paar kilometers door een camion van het Britse leger, waar reeds verschillende evacues op zaten, opgepikt en mee genomen in de richting van Buschhude. Onderweg haalden de Engelsen een personenwagen in met een groot roodkruis op, ervoor gereden, doen stoppen en met een geweer in aanslag de Duitsers aanhouden was zo gebeurd. Na de officieren, die angstig uitstapten gefouilleerd te hebben, maakten de Britten de wagen verder leeg en zwierden alles in de gracht naast de weg. Toen één van hen een Duitse helm tussen duim en wijsvinger nam en hem als een stuk vuil ook in de gracht liet belanden, konden we niet nalaten te applaudisseren en te juichen. De gevangenen mochten terug in hun auto en verder rijden, ze konden niets anders dan in Buschhude terecht komen want de Zijwegen waren allen bewaakt. Er was maar één richting vrij naar het Britse hoofdkwartier. De officieren kwamen achter slot en grendel en wij in een school terecht. Alhoewel we genoeg te eten kregen, slapen moesten we op stro op de grond, duurden de volgende twee dagen toch verschrikkelijk lang. Nu het zo ver was, we waren onderweg, telden we de minuten die veel langer duurden dan normaal. Mijn valiezen stonden van 's morgens klaar en ik was altijd bij de uitgang van de school te vinden, om in de gaten te houden wanneer er camions kwamen om ons verder te brengen. Nu werd het zo geregeld dat krijgsgevangenen altijd voorrang hadden. We vonden dat niet prettig, maar konden wel begrijpen dat die jongens voorgingen, want de meeste waren sedert '40 en velen vanaf '39 in gevangenschap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten