Zolang ik in Duitsland zat, heb ik het maar ??n keer meegemaakt dat er jenever te koop was in het lager. We gingen met een paarjongens van de kamer eens kijken.In dezelfde barak als de keuken was er een klein lokaaltje, dat diende als caf?, we hadden het nog nooit open gezien. Achter de tapkast stonden twee Duitsers de sterke drank te schenken en pinten te tappen. We bestelden een borrel en kregen er zonder om te vragen een halve liter bier bij. Zo een pint ging er wel mee in, maar de tweede schoven we terug, stom natuurlijk. De Fritsen achter de tapkast schoven ze gelijk door naar de andere jongens en rekenden ze weer aan. We kregen het nogal rap in de gaten, en de volgende glazen bier goten we uit in een grote bouten kuip naast de deur, waar een palm in stond. We zagen de plant niet zat worden, maar na een aantal glazen, begon het zand door de spleten van de halve ton te spoelen. We begonnen zachtjes aan van dat lekkere genevertje ons dikte te krijgen. We werden plezant en lachten om het minste. Er waren al jongens die met een paar pinten naar de deur gingen en het bier buiten kieperden. Dat was ook gezellig, ??n hield de deur open en de tweede smakte het bier buiten, het kon nu geen twee of drie keer aangerekend worden.
Gelachen dat er werd, een echte prettige boel, tot er weer ййn de deur opende een ander zwierde het bier buiten en de Lagerfuhrer was kletsnat. Nu wou die man ook een schnapske komen drinken en werd zo verwelkomd, ge begrijpt wel dat de boeken gesloten werden. Het werd trouwens tijd, we waren allen tamelijk afgeladen, ik niet het minst, twee kamergenoten moesten me belpen om in mijn bed te geraken, die nacht sliepen we als roosjes.Brieven.
Het eerste wat we deden als we na het werk in het lager kwamen, was kijken of er post was. Soms lagen de brieven of kaartjes allen bij elkaar op de tafel, een andere keer had de eerste die in de kamer kwam de brieven al op ieders bed gelegd. Was er geen post dan keken we afgunstig naar de kamergenoten die wel wat ontvangen hadden en dachten, dan zal het morgen wel raak zijn. Soms kregen we een paar dagen achter elkaar niets, als we dan later een paar brieven tegelijk kregen dan kon ons geluk niet op.
Dan was het weer kiezen welke we eerst zouden lezen, het gebeurde dat er een foto of fotootje bijzat. De keus was zeer gemakkelijk, eerst foto bekijken, dan werden we stil en zagen dan ons kindje of vrouwtje die ons toelachte. Verdomme dat waren moeilijke ogenblikken, we zaten dan stil voor ons uit te kijken
De jongens in de kamer kwamen dan soms over onze schouders kijken en probeerden die stilte te doorbreken: "wat een wolk van een kind, wat een lekker wijfie Jozef" klonk het dan. We lachten eens en waren fier dat onze liefsten er zo goed uitzagen. Er waren jongens in de kamer die haast nooit post ontvingen, ze deden dan of het hun koud liet, maar ik had zo een vermoeden dat ze toch een beetje jaloers waren op ons, de gelukkigen die regelmatig brieven kregen. Nieuws ontvangen van thuis hield natuurlijk ook in dat je moest terug schrijven, dat was niet zo eenvoudig.
Je mocht natuurlijk niet vertellen wat er gebeurde op de werf, de censuur was streng. Over luchtaanvallen of over de duikboten en andere schepen kon je beter zwijgen, die zinnen werden sowieso geschrapt en onleesbaar gemaakt.
Je gevoelens uitdrukken was ook niet eenvoudig, dat kon door onbekenden gelezen worden. Toch kon men tussen de regels lezen dat we elkaar misten en hoopten zo vlug mogelijk weer bij elkaar te zijn. Dan kwam de beperking, we mochten nog maar twee brieven per maand schrijven, echter zoveel kaartjes als we wilden, het eerste stuurde ik de 18ejanuari 1944.
We leerden dus zo klein mogelijk schrijven, zo klein dat het soms moeilijk te lezen was, het was ook geen prettige gedachte dat alleman die de kaartjes in handen kreeg, ze kon lezen, wat eigenlijk alleen voor je vrouw bestemd was. Dan kwam het ergste, vanaf de 1e september '44 kwam al onze post terug voorzien van een stempel zuruck We misten onze post, we kregen geen nieuws meer van thuis, we voelden ons ellendig, het zou acht maanden duren. Als we van het werk kwamen was de tafel of ons bed leeg, we keken wel maar vonden niet het minste. De eerste tijd deed het pijn, maar dan ging het wennen en we troosten ons met de gedachte dat het kwam omdat onze bevrijders reeds zover opgerukt waren. Het enige dat we nog vernamen over thuis, lazen we in de krant, Antwerpen werd bestookt met V1 en V2 raketten, geen prettig nieuws natuurlijk en we hoopten maar dat onze familie zou gespaard blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten