Overschot

Voor de verwoesting van Hamburg woonden er in Waltershof, buiten de Belgen en Hollanders, ook Italianen. Omdat het toen nog de bondgenoten waren van Fritsenland, hadden die een eigen keuken. Wanneer wij ons dan met koolsoep en pelpetatten moesten tevreden stellen, zagen we de Italianen, spaghetti, macaroni of andere deegwaren eten. Dat zag er lekkerder uit en was het trouwens ook, dan ons kostje. Ik had al eens gezien, wanneer die gasten allemaal hun eten hadden gekregen, kwam er na een poosje iemand van de keuken om het overgebleven voedsel uit te delen.
Het was natuurlijk alleen voor de landgenoten bestemd, op een keer trok ik mijn stoute schoenen aan en schoof mee aan. Toen het mijn beurt was, zette ik mijn soepkom op de toog en bekeek met een zo onschuldig mogelijk gezicht de keukenhelper.
Die zag natuurlijk direct dat ik geen Italiaan was, hij twijfelde even en met een knipoog schepte bij mijn schotel bijna vol. Er was niet alle dagen overschot, ik hield het dus in de gaten en als het dezelfde gast was die de blackpan uitdeelde waren er geen problemen.
Op een keer stond ik weer in de rij aan te schuiven, de helper nam mijn soepkom aan en op dat ogenblik werd er uit de keuken geroepen. De jongen bleef als versteend staan en de kok kwam aangelopen, en met een gezicht zo rood ais een tomaat van woede, rukte hij mijn schotel uit de band van zijn helper en sloeg ze op de toog kapot, me nog verwensingen naar het hoofd slingerend ook. Hij ging tekeer als een gek, 't was net of ik had een diefstal gepleegd, en het ging tenslotte maar over voedsel dat teveel was. Maar ja, toen liepen er nog veel macaroniboeffers in Hamburg rond die dachten, dat ze samen met de Fritsen, heel de wereld gingen veroveren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten