Te laat komen

Als onze dagtaak erop zat moesten we onze etenskaart van het lager terug halen bij meester Eklert, die zette er een stempel op als we gewerkt hadden, zonder stempel....-niks essen-.
We verzamelden ons aan de keet waar hij zijn bureeltje had. Die dag voor hij onze etenskaarten uitdeelde kloeg hij erover dat er zoveel jongens 's morgens te laat kwamen en vroeg of dat in Holland de gewoonte was. 'We hebben hier geen wekker' zei een van de jongens, "hebben jullie thuis dan allemaal een klok naast je bed staan?" vroeg de baas. Nu antwoordde een ander, "thuis wekt moeder ons". Eklert gaf onze kaarten zonder nog iets te zeggen.

's Anderendaags, het werd stilaan tijd om op te staan, werd er op de deur van onze kamer gebonsd en komt er iemand binnen die brult: "reise. . reise, aufstehen, da liegen die junge leute wie tot auf ihre bette" en verdwijnt weer, de deur met een smak dichttrekkend. Ons baasje had zijn jongens komen wekken en bleef het nog een hele tijd volhouden ook, tot men zijn fiets eens scherp zette; aan de achteras was een verlengstukje geschroefd waar hij zijn rechtervoet op zette, het stuur vastpakte even trottinette en over het achterwiel zo op zijn fiets kroop. Er had iemand, die eens door Eklert gestraft was en een paar dagen geen stempel gekregen had, dat opstapje los gevezen. De baas kwam ons niet meer wekken en liet zijn fiets nooit meer onbewaakt staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten