Voorbijgangers


Met Aldo Pisani een Milanees, een Kees Vandenberg een Rotterdammer, heb ik een hele tijd, die betonplaten geplaatst. We konden goed met elkaar opschieten en werkten plezierig samen.
Op een zonnige dag, we waren weer druk bezig, dan ging de dag goed voorbij, kwam er een Belgische krijgsgevangene, begeleid door een Duits militair aangewandeld in onze richting. Aldo wees ons erop dat het een aalmoezenier was, te zien aan een kruisje op zijn kraag.
Toen de twee ons voorbij gingen, keek de Belg ons aan en onze Italiaan ging in houding staan en salueerde, waarom we het deden Kees en ik, weet ik niet, maar we namen onze pet af , de aalmoezenier groette terug en lachte ons toe; bij was negen van de tien keer reeds een paarjaar in gevangenschap. Iets verder gewandeld nam bij iets uit zijne zak en liet het vallen,, zonder dat die mof het gezien had. We gaven Aldo een teken; die schoot naar het bosje struiken en kwam terug met een pakje Vega, dat waren Belgische sigaretten. We keken elkaar verwonderd aan en verdeelden de vangst.
Een andere keer, we hadden twee Italianen bijgekregen, omdat de dubbele woning waar we aan bezig waren die dag moest klaar zijn, kwam er een oud vrouwtje voorbij gewandeld, ze keek schichtig rond en als ze ter hoogte van ons kwam, zette ze twee papieren draagtassen op de grond en ging snel verder. Onze Italiaan erop af en kwam terug met in de ene tas appeltjes en in de andere hompen brood van zwart tot wit en alle soorten daartussen. Dat moest dus onder ons vijf verdeeld worden, Kees en ik besloten geen brood te nemen, als we de appeltjes kregen. Daar waren de gevangenen mee akkoord, dat brood was vlug in drie hoopjes gelegd. Maar, ze hadden nog gelijk ook, die twee nieuwelingen vonden dat onze Italiaan meer had dan zij en zegden dat het niet juist was.
We gingen dan maar opnieuw verdelen, maar kees en ik wilden nu ook brood hebben en ook het fruit in vijf delen. Na veel gepalaver en meten was eindelijk iedereen ervan overtuigd dat de buit eerlijk verdeeld was. Toen stelde ik Aldo voor om zijn appeltjes te verwisselen met mijn brood, Kees vond dat een goed idee. Even pruttelde onze vriend tegen, bij wou zijn appels zo verdelen tussen ons beiden. Daar gingen wij niet op in en de ruil ging toch door. Nu had Aldo driemaal zoveel brood als de anderen, die ons woedend aankeken, en af en toe vloekend verder werkten.
Onze Italiaan stopte vlug het brood in zijn zakken; bij was wel een beetje gegeneerd, maar 't ging toch vlug over. Het was van mij niet wat je een eerlijke verdeling noemt maar Aldo werkte al een paar weken met ons samen en de twee anderen zagen we voor de eerste keer, vandaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten